Vorige week vrijdag schoof ik samen met Ronald den Elzen van Heineken en Frans van Duivenboden van Vion aan bij CIO TV. Het werd een mooie uitzending, waarin we uiteraard stilstonden bij de invloed van COVID-19 op de versnelling van digitalisering en veranderingen in de keten.
De uitzending van CIO TV begon met de stelling dat Industry 4.0 of Smart Industries, voorlopig vooral een belofte lijkt te blijven. Veel organisaties staren zich wellicht te veel blind op wat er technologisch allemaal kan, maar volgens mij zit daar het issue niet, want technologisch kan zo’n beetje alles al wel. Het knelpunt lijkt vooral of we nu in staat zijn om digitalisering ook echt die tijd en plek te geven die het verdient. Durven we te investeren en verder te kijken dan kostenreductie en efficiëntie? Kunnen we voldoende ‘revolutionair’ denken in termen van andere nieuwe business modellen met behulp van Artificial Intelligence (AI), Virtual Reality (VR), Digital Twin of Cloud Edge?
Versnellen doet pijn, maar zie het als groeipijn
Natuurlijk is het niet zo dat je vanuit een bestaande situatie alles zo maar ‘eventjes’ digitaliseert. Er is de afgelopen decennia veel geïnvesteerd en om een volgende stap te kunnen maken, dient vaak een hele nieuwe infrastructuur en vernieuwde basis voor connectiviteit te worden neergelegd. Dat vraagt om investeringen in een tijd dat dit nu extra pijn doet. Bovendien dien je te veranderen terwijl de productie ongestoord door moet blijven draaien. De brouwerijen van Heineken of slachterijen van Vion, kunnen echt niet een paar maanden dicht om een volledig nieuwe digitale variant te implementeren.
Desondanks is de digitaliseringsambitie bij beide organisatie overduidelijk. Ik vond het mooi te horen dat Ronald als ultieme droom voor Heineken schetste dat de waardeketen wat hem betreft volledig aan elkaar verbonden dient te zijn om de klant op de best mogelijke manier te bedienen. Het zou inderdaad geweldig zijn als alle onderdelen, van leverancier tot brouwerij en van fles- of blikjesleverancier tot de consument, seamless met elkaar verbonden zijn. Op basis van realtime data kun je de klant (horeca of eindconsument) dan volledig volgen, de veranderingen in koopgedrag monitoren en hier sneller op inspelen.
Ketenconnectiviteit door het verbinden van knooppunten
Bij Vion geldt eenzelfde soort visie. Van de boer tot aan het uiteindelijke stukje vlees op het bord van de consument: de gehele keten moet verbonden zijn om meer waarde te leveren in de vorm van betrouwbaarheid, transparantie, efficiën-tie en voorspelbaarheid. Het DNA van het vlees dat wij eten begint tenslotte bij de boeren en hun vee, maar omvat ook informatie over veeartsen en de uiteindelijke retailers. Vion is daarom hard bezig alle knooppunten in de keten te verbinden, niet alle ketenonderdelen zijn ‘digitaal’ even volwassen. Frans vertelde dat zijn organisatie daarom ook over de eigen ‘fabrieksmuren’ heen kijkt en leert van toepassingen in andere industrieën.
Een dergelijke instelling is cruciaal. In Nederland kunnen we wat dat betreft zeker nog meer van elkaar leren. Een beetje ‘afkijken’ kan dan ook geen kwaad. Als het om Industry 4.0 gaat, lopen we namelijk best nog wat achter op andere landen. Als ik kijk hoe onze Oosterburen hiermee bezig zijn en wat daar allemaal al draait… daar kunnen we zoveel van leren!
Aandacht voor het nu EN morgen!
Zoals ik in mijn eerdere blogs al aangaf; de coronacrisis heeft alles in een stroomversnelling gebracht. Natuurlijk is het essentieel om onder de huidige druk de ‘tent’ draaiende te houden en – financieel – te overleven, maar tegelijkertijd is de noodzaak voor flexibilisering nu groter dan ooit. Ook mijn gesprekspartners ondervinden dat aan den lijve. Ze leveren beiden aan de horeca en die markt ligt op dit moment (weer) grotendeels stil. Des te belangrijker en noodzakelijker blijkt digitalisering. Investeringen worden dan ook naar voren gehaald om versnelling te brengen in online samenwerken en het oplossen van problemen op afstand. Zo vertelde Ronald dat ze bij Heineken nu via VR fabrieksproblemen oplossen in Vietnam, waarbij de technici in Brazilië uitleggen hoe ze dat moeten aanpakken. Fantastisch voorbeeld!
De voordelen van een Smart Factory zijn evident. De Nederlandse industrie ziet dat ook steeds meer, en ze zien wat er om hen heen gebeurt. Waarom wordt die volgende stap dan toch nog onvoldoende gezet? Dat zit voor mij vooral in tijd en focus. We zijn bezig met het managen van ‘nu’, met het oplossen van de klantvraag en problemen van vandaag, maar het gaat net zo goed om morgen. Nu te veel blijven hangen in de kleinschalige ontwikkelingen en een Proof of Concept kunnen we ons simpelweg niet meer permitteren. Dus hoe kun je een oplossing niet alleen in één fabrieksonderdeel toepassen, maar uitrollen naar alle fabrieken wereldwijd? Daar draait het om, schaalbare digitalisering.
Zoek naar wat je (nog) niet weet
De sleutel ligt wat mij betreft dan ook in het veranderen van onze mindset en gedrag. Wat willen we bereiken samen en hoe dan? Omarmen we echte innovatie en wat is hiervoor de eerst volgende stap? Veel bedrijven weten niet wat ze niet weten en het is aan ons als digitaliseringspartner om hen daarop te challengen – was het statement vanuit mijn gesprekspartners. Als ‘orchestrator’ in ons ecosysteem.
Als onderdeel van de grootste telco van Europa, weten wij als T-Systems natuurlijk wat er mogelijk is op het gebied van digitalisering en connectiviteit. We pakken die handschoen dan ook zeker op want de kost gaat voor de baat. Zo investeren we met partners al in verschillende smart factory-projecten in Nederland, maar ook in Duitsland zoals met Osram en Kaeser. In ons innovatiecentrum zien klanten – dit kan inmiddels ook virtueel – nog veel meer mogelijkheden, toepassingen en kansen. Daarmee willen we hen niet alleen inspireren, maar vooral ook handvatten geven voor concrete stappen, om uiteindelijk de knoop door te kunnenhakken; waar willen we over een paar jaar staan?
De oude wereld verbinden met de nieuwe
Want één ding is zeker; we staan aan de vooravond van een grote transitie. De oude wereld moeten we verbinden met de nieuwe wereld en het belang van de totale keten en de mogelijkheden die dat biedt, wordt daarbij meer en meer het uitgangspunt. Nieuwkomers en consumenten gaan die ontwikkelingen opeisen en inzetten. Mooi voorbeeld vind ik dat inmiddels al meer jonge mannen tussen de 15 en 23 naar e-sports kijken … dan álle fysieke sporten op tv bij elkaar. Dit biedt (online) ongelofelijk veel nieuwe business modellen en marketing mogelijkheden; een echte gamechanger. Daar kun en moet je dus iets mee!
We kunnen dus niet anders dan aandacht te hebben voor het (overleven in het) vandaag en tegelijkertijd nu ook echt stappen te zetten voor het fundament van onze toekomst. In die hoedanigheid is deze moeilijke tijd er ook één van interessante uitdagingen!
Benieuwd naar ons volledige gesprek? Hier kun je de hele uitzending nog eens rustig – digitaal – nakijken.